De Pen is bij… Cees Slijkerman

In deze rubriek leveren we om de twee weken de pen af bij een Zandtemer.

De Pen is deze keer bij Cees Slijkerman. “Ik woon aan Bosweg 16 en ben getrouwd met Jocina van Diepen op 25-10-1974. Zij was sinds 17 juli 1953 mijn buurmeisje en zus van m’n vriend Matthé. We hebben vier kinderen: Siska, Daan, Petra en Aline, die allemaal een partner hebben. Ook hebben wij drie kleinkinderen: Mara, Hedde en Cas. En op deze 11 kanjers “benne we gewoon heel groos”. Samen met Jocina heb ik een klein bedoeninkje in de bollen, windmolentje, verhuur van land, schuur en paardenboxen. Zo al met al redden we ’t wel zo’n beetje. Ik kreeg de pen van Ren Dekker, de halveschoenzoolcontroleur, die mij altijd netjes met Ome Cees aanspreekt. Maar als ’t er echt toe doet, gewoon Slijk zegt, wat mij eigenlijk net zo best voegt.”

Vragen en antwoorden
Hoe lang ben je al Zandtemer?
Al vanaf 25-02-1948. Ik woon mijn hele leventje al op Bosweg 16 ( vroeger Bosweg K22). We hebben een fantastisch uitzicht daar op de watermolen de O-T van de familie Brommer, die tussen de Korte Belkmerweg en Korte Ruigeweg in staat. Ook kan ik zo de Stolper bruggen zien met de scheepvaart en de Rijksweg met z’n verkeer. Ook de zandlosplaats van Spaansen ligt in ons blikveld.
Wat bevalt je aan ’t Zand?
Eigenlijk alles wel zowat. Het verenigingsleven, de Zandstee, het café, de winkels die er gelukkig nog zijn, de kerk, de bieb, de sporthal en ons mooie sportcomplex. Dat alles moeten we koesteren, dat alles geeft ons dat dorpse en dat ons-kent-ons-gevoel. En dat is goed, denk ik.
Wat is je mooiste plekje in ’t Zand?
Mijn mooiste plekje heb ik hierboven al beschreven. Maar in ’t dorp zelf zijn dat voor mij toch wel de kerk met z’n dodenakker en ’t sportcomplex als eikpunt en blikvanger.
Wat is je mooiste herinnering?
Nou, dat is moeilijk te zeggen, want dat zijn er nogal wat. Daar zou je zowat een boekje over kunnen schrijven. In willekeurige volgorde denk ik dan aan onze trouwdag, de geboorte van onze kinderen. Maar ook als er één van je kinderen gaat trouwen of als ze komen vertellen: we zijn in verwachting. En de geboorte van onze kleinkinderen. Maar dit is ook een herinnering van misschien wel zowat zestig jaar terug: M’n zus Riet zal toen ongeveer tien jaar geweest zijn en deed met kermis mee met de harddraverij. Dat was toen voor boerenpaarden onder het zadel. Ze reed op de pony van buurman Kooy, een bruin met wit gevlekt beestje. Maar ze kreeg ’t beest niet in beweging, hij wilde geen stap verzetten. Toch ontving ze uit handen van Dorus Tesselaar een pond paling voor ’t meedoen. Ook mooi als je daar aan terug denkt.
Waar kun je o.a. van genieten?
Ook dat zijn vele dingen. Maar op ’t ogenblik is ’t prachtig om over je krant heen te kijken als je kleinkinderen zitten te spelen. Maar een gezellig potje pandoeren of biljarten is ook niet te versmaden.
Wat mist ’t Zand?
Ik denk van dorpsfiguren zoals die er vroeger waren. Ik noem er enkele:
– Flumans, de zadelmaker, naaimachienereperateur, stoelenversteller en liefhebber van het vrouwelijk schoon.
– Joost Baltus, dé schilder / behanger van ’t Zand. Maar bovenal de man van de gevleugelde uitspraken. Daar zou eigenlijk een boekje van moeten worden geschreven.
– Siemen Lenting, hoefsmid en alleskunner.
Zo kan ik er nog wel 10-12 opnoemen die ’t Zand mist. Of zijn ze er nog wel, maar zie ik ze niet meer?
Waar kunnen we je ’s nachts voor wakker maken?
Liever blijf ik slapen. Maar voor een potje pandoeren en dan een mooie piek of praatje wil ik nog wel uit de koffer komen.
Als ik aan ’t Zand denk, dan…
…denk ik vaak aan vroeger. De kerkebrug met ’t bruggetje van Roozing en Witte Piet Tuin. De egalement en de boerderij van Piet Vader met z’n erf waar de kermis werd opgebouwd. De nostalgie van vroeger.
En nu: ’t Zand bloeit, ondanks de crisis. Er wordt gebouwd, ons kleine centrum waar toch veel is. Al die verenigingen en clubs met hun activiteiten. Het gaat wel goed. Vroeger zongen we ” ’t Zand zal bloeien en nooit vergaan”, en dat komt nog steeds uit.
De pen gaat naar Zandtemer…
Richtsje de Boer, onze schoondochter. Omdat het mij voor de Zandtemers leuk lijkt om te horen hoe een geboren en getogen Friezin naar ons dorp kijkt.