Groen vingers?

Ik vind het heerlijk om buiten te studderen.
Vieze handen, gescheurde nagels deren me niet.
Lekker wroeten in de aarde. Of het iets grovere werk, spijkertje hier, verfje daar.

Vroeger al was ik ook altijd buiten te vinden.
Maakte ik mijn eigen groente en bloementuintje met de zakjes met diverse zaadje welke ik opdook in de kasten.
Waarschijnlijk gekocht door mijn moeder met goede bedoelingen maar in de drukte van het gezins- en bedrijfsleven vergeten. Of gewoonweg  als lezers-kadootje geplakt in de Libelle.
Of ik bouwde een labyrint van gaasbakken en hout voor onze konijnen.
En creëerde een begraafplaats voor alle dode dieren welke ik in de omgeving vond, incluis de plat gereden vogels van de straat.

Groene vingers daarentegen heb ik niet helaas.
Anders dan je misschien zou verwachten van de dochter van een leliekweker. Opgegroeid op het platteland.
Nee, in mijn huidige tuin die op de nominatie staat voor ‘grote-opknapbeurt-maar-het-spaarpotje- moet-eerst-nog-ff-aangevuld-worden” doe ik, nadat ik het weer een poos verwaarloosd heb, ook zomaar wat. Vraag mij niet wanneer iets gesnoeid of geknipt of bijgewerkt moet worden. Ik heb werkelijk geen idee. En knip en scheer en snoei en hak wanneer mij dat uitkomt.
Onkruid herken ik ook niet altijd.
Sterker nog, vind ik , een naar onkruid riekend iets mooi van kleur, dan mag het gewoon lekker blijven staan.
Net als wat groene vreemde gewassen die toch een beetje fleur en kleur geven aan het geheel.

Helaas vind de paardenstaart, een onkruid wat ik helaas maar wel al te goed ken en zo hardnekkig is als de pest, ons lieve kleine tuintje met veel groen en her en der een al dan niet onkruidachtigkleurtje ook een mooie stekkie om welig te tieren.
Op sommige kale plekken mag ie van mij, ter opvulling.
Of als obstakel voor de buurtkatten die helaas met alle plezier onze tuin als openbaar toilet gebruiken (er bestaat nog altijd geen kattenpoepopruimplicht).

En als de eerste lente/zomerbuitjes zijn gevallen, alles opeens intens begint te groeien en uit alle kanten uit de grond schiet dan begint het ook bij mij weer  te kriebelen en ga ik enthousiast aan de gang en roei met de riemen die ik heb om ons tuintje toch een beetje een knusse uitstraling te geven.
En als we dan de eerste keer buiten eten geniet ik van dat paarse gebloemde onkruid,
dat opgepimpte vogelhuisje en gruwel ik van die dikke vette spin die naar mijn idee ieder jaar weer groter word.
Maar toch, heerlijk! De lente, de zomer.
Hij mag van mij nog wel even duren.
Misschien dat ik dan nog tijd over houd om de voortuin aan te pakken.
Een doorn in het oog (daarom zitten we daar ook niet ;) )
Met een overschot aan ugly yellow grind.
En nog véééél meer onkruid dan achter alleen zonder mooie kleurtjes.

Komt vast goed, ooit, als de volgende zomer zich aan dient.

Geniet van het mooie weer

vrolijke groet

Heb jij ook nieuws? Mail het aan redactie@tzand.info