Van maandag 7 september tot en met donderdag 10 september streden veertig biljarters, om op vrijdag 11 september de finalewedstrijden te halen. Het waren spannende dagen. In elke poule waren vijf spelers waarvan er één na het spelen van vier wedstrijden door ging.
Dat waren:
Poule A
T.v.d. Logt 11 car.
C. v. Drongelen 16 “
L. Bruin 16 “
H. Tol 21 “
Poule B
Cor Vlaar 20 car.
G. Rietveld 50 “
R. Dekker 45 “
T. Deutekom 28 “
In de finalewedstrijd moest elke speler twee caramboles meer maken.
In Poule A werd Leo Bruin 1e en Tom v.d. Logt 2e
In Poule B werd Ricus Dekker 1e en Cor Vlaar 2e.
Om de derde en vierde plaats streden T.v.d. Logt en C. Vlaar. Het was C. Vlaar die in twintig beurten de derde plaats behaalde, ofschoon T.v.d. Logt zich nog niet zomaar gewonnen gaf, want na negen beurten had hij een voorsprong op Cor van drie punten, maar toen begon het bij Cor te lopen en won hij in precies twintig beurten.
Dan de finale. Dit werd een prachtig gevecht op het laken. Het werd een prachtig gevecht op het laken. Na veertien beurten had L. Bruin dertien caramboles en was nog maar vijf caramboles van het totaal af en Rikus Dekker stond op achttien caramboles, dus moest hij er nog bijna dertig maken. Wat een opgave, en dat na een slopende middag. Hij had zijn tegenstanders in poule B allemaal verslagen en telkens 47 caramboles moeten scoren. Toch ging hij met veel enthousiasme verder en scoorde telkens een aantal punten. L. Bruin kwam tot zestien caramboles, maar R. Dekker werd met een mooie slotserie van dertien (totaal 47 caramboles) kampioen. De kortste partij was van H. Tol in acht beurten. De hoogste serie 22 caramboles van Berto Groot. De andere vier finalisten werden als vijfde geklasseerd.